ARTICLE
19 September 2025

Belastingpakket 2026

B
Buren

Contributor

BUREN is an independent international firm of lawyers, notaries, and tax advisers with offices in Amsterdam, Beijing, The Hague, Luxembourg, and Shanghai. We provide full-service, multidisciplinary support, helping national and international clients expand, innovate, or restructure their businesses through our offices, country desks, and global network of partners.
Ook dit jaar zijn er op Prinsjesdag weer diverse wetsvoorstellen die onderdeel uitmaken van het pakket Belastingplan 2026 ingediend bij de Tweede Kamer.
Netherlands Tax
Cees-Frans Greeven’s articles from Buren are most popular:
  • within Tax topic(s)
  • in United States
Buren are most popular:
  • within Transport and Technology topic(s)
  • with readers working within the Consumer Industries industries

Introductie

Ook dit jaar zijn er op Prinsjesdag weer diverse wetsvoorstellen die onderdeel uitmaken van het pakket Belastingplan 2026 ingediend bij de Tweede Kamer. Verschillende fiscale maatregelen zijn al in de Voorjaarsnota 2025 aangekondigd of via afzonderlijke wetsvoorstellen op een ander moment aanhangig gemaakt.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet en de algemene verkiezingen op 29 oktober zijn de voorgestelde beleidswijzigingen en plannen relatief beperkt en met veel meer onzekerheid omgeven dan gebruikelijk, mede ook omdat zowel de 'oude' als de 'nieuwe' Tweede Kamer zich over de plannen mogen uitspreken. Hieronder vindt u een vooruitblik op de verwachte wijzigingen voor 2026.

Ten aanzien van een aantal onderwerpen, zoals de bedrijfsopvolgingsregeling, zijn in eerdere wetgevingstrajecten al wijzigingen goedgekeurd die per 1 januari 2026 in werking treden. Ook hier wordt aan het einde van deze Alert kort aandacht aan besteed.

Belangrijke mededeling

Deze publicatie is uitsluitend bedoeld als algemene informatie. Het beoogt geen juridisch advies te geven en dient niet als zodanig te worden opgevat. De informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, maar er kan geen garantie worden gegeven met betrekking tot de juistheid en volledigheid ervan. BUREN (hierna gezamenlijk verwijzend naar Buren N.V. en Buren International B.V.) wijst hierbij uitdrukkelijk alle aansprakelijkheid af voor de juistheid en volledigheid van de informatie in deze publicatie.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd, gedistribueerd, verspreid of overgedragen in welke vorm of op welke manier dan ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnames of anderszins, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van BUREN.

Ondernemingen

Tijdelijk overgangsrecht FGR

Als gevolg van reeds ingevoerde wetgeving per 1 januari 2025 kan de fiscale positie van bepaalde rechtsvormen, zoals het 'fonds voor gemene rekening' (fgr), gewijzigd zijn van fiscaal non-transparant (niet zelfstandig belastingplichtig) naar fiscaal transparant (de achterliggers worden belast) of omgekeerd.

Een ongewenst gevolg van deze wetgeving is is dat bepaalde beleggingsfondsen – in het bijzonder in de vorm van een personenvennootschap zoals een commanditaire vennootschap) – per 1 januari 2025 worden aangemerkt als fgr (met zelfstandige belastingplicht als gevolg), terwijl deze beleggingsfondsen tot dat moment fiscaal transparant waren (en de belasting rechtstreeks werd geheven van de participanten). Het kabinet heeft al eerder laten weten per 1 januari 2027 de definitie van het fgr aan te willen passen en stelt voor de tussenliggende periode overgangsrecht voor.

Fgr's kunnen ervoor kiezen om met ingang van 1 januari 2025 tijdelijk niet als zelfstandig belastingplichtig te worden aangemerkt. Voorwaarde is dat alle participanten uiterlijk 28 februari 2026 instemmen. Het overgangsrecht geldt tot uiterlijk 1 januari 2028 en voorkomt dat betrokken fondsen in 2025 en 2026 slechts voor korte tijd zelfstandig belastingplichtig zijn.

Geen aanpassing liquidatieverliesregeling

Onder de liquidatieverliesregeling kan bij liquidatie van een dochtervennootschap onder voorwaarden een verlies in aanmerking worden genomen. Als gevolg van recente rechtspraak zou in bepaalde gevallen dubbele verliesneming mogelijk zijn. Vanwege de budgettaire gevolgen werd een aanpassing van de liquidatieverliesregeling verwacht. Het kabinet stelt echter voor om deze gevolgen buiten de liquidatieverliesregeling om ongedaan te maken, onder meer door de aftrekbaarheid van kosten op afdekkingsinstrumenten op valutarisico's te beperken.

Lucratief belang

Voorgesteld wordt om voordelen uit een middellijk gehouden lucratief belang die via box 2 worden genoten niet langer tegen maximaal 31% maar tegen 36% te belasten. in lijn met het box 3-tarief. Daarnaast wordt een anti-misbruikmaatregel ingevoerd dat geldt voor situaties waarin het gehouden belang pas op een later moment van box 3 naar box 2 wordt overgebracht. De waarde die tot dat moment op het belang is aangegroeid wordt alsnog belast in box 1.

Werkgever

(Deel)fietsregeling

De bijtelling voor een ter beschikking gestelde fiets wordt aangepast. Tot nu toe gold de forfaitaire bijtelling van 7% ook als de fiets slechts incidenteel of alleen voor een deel van het woon-werkverkeer werd gebruikt. Dit leidde tot onbedoelde belastingheffing. Voortaan geldt dat geen bijtelling verschuldigd is als de fiets niet meer dan bijkomstig (maximaal 10%) bij het woon- of verblijfadres van de werknemer wordt gestald. Voor de IB-ondernemer geldt een soortgelijke regeling: de onttrekking wordt op nihil gesteld. Zo wordt onduidelijkheid over het gebruik van de fiets van de zaak weggenomen. Deze maatregel werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Akkoord 'gezond naar het pensioen'

Een werkgever kan een bedrag voor vervroegde uittreding aan een werknemer uitkeren. Om vervroegde uittreding te ontmoedigen, is de werkgever een pseudo-eindheffing van 52% over die uitkering verschuldigd. Voor de periode 2021- 2025 geldt een tijdelijke regeling waardoor bepaalde werknemers drie jaar voor AOW-leeftijd kunnen stoppen, zonder dat de werkgever de pseudoeindheffing verschuldigd is. Er wordt voorgesteld om die regeling in stand te houden met een drempelbedrag van € 300 bruto per maand. De pseudo-eindheffing boven de vrijstelling stijgt naar: 57,7% in 2026, 64% in 2027 en 65% vanaf 2028.

Overgangsrecht pensioenregelingen zonder AOW-franchise

Het overgangsrecht voor pensioenregelingen zonder AOW-franchise wordt verlengd tot 1 januari 2028. Hierdoor hebben bestaande regelingen langer de tijd om aan te sluiten bij het fiscale kader van de Wet toekomst pensioenen. Specifiek blijft de tijdelijke verruiming voor 18 tot en met 20-jarigen van toepassing, maar alleen voor bestaande regelingen zonder AOW-franchise. Dit is vooral van belang voor het Pensioenfonds Kappers.

Knelpunten Wet toekomst pensioenen

Met dit voorstel worden technische fiscale knelpunten bij het invaren van bestaande pensioenrechten onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp) opgelost. Ingegaan pre(pensioen), overbruggingspensioen, wezenpensioen en nabestaandenoverbruggingspensioen blijven bij het invaren fiscaal gerespecteerd, ook als de uitkeringsvoorwaarden na inwerkingtreding van de Wtp niet meer toegestaan zijn. Dit voorkomt fiscale gevolgen voor deelnemers als bestaande aanspraken worden voortgezet. De maatregel wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 gecodificeerd.

Btw & accijnzen

Aanpassing zuiveldefinitie verbruiksbelasting

De zuiveluitzondering in de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken wordt aangescherpt. Dranken met slechts een vleugje zuivel of toegevoegde smaakstoffen vallen voortaan onder de verbruiksbelasting. Melk, karnemelk en sojadranken met maximaal 5% suiker en 1,1% verzadigd vet blijven uitgezonderd. Ook de term 'limonade' wordt vervangen door 'overige alcoholvrije drank' voor meer duidelijkheid.

Behoud verlaagd btw-tarief cultuur, media en sport

Het eerder aangenomen plan om het btw-tarief voor cultuur, media en sport te verhogen naar 21% wordt teruggedraaid. Voor deze posten blijft het verlaagde tarief van 9% gelden. Om het behoud van het verlaagde tarief te kunnen financieren, wordt de jaarlijkse inflatiecorrectie voor de inkomstenbelasting en loonbelasting in 2026 slechts gedeeltelijk toegepast. Hierdoor stijgt het besteedbare inkomen minder, maar blijven prijzen voor cultuur, media en sport lager. Let op dat het lage btw-tarief voor logies wél blijft afgeschaft en per 1 januari 2026 stijgt van 9% naar 21%.

Onroerend goed

Uitsluiten gelieerde partij leegwaarderatio

De leegwaarderatio mag in box 3 en de schenk- & erfbelasting alleen worden toegepast bij marktconforme verhuur. Tot nu toe konden ook gelieerde partijen bij niet-marktconforme verhuur profiteren van de afwijkende waarderingsregel en van Hoge Raad-arresten, waardoor de waarde van de woning lager werd vastgesteld. Voortaan is de leegwaarderatio niet van toepassing in situaties waarin een woning aan een gelieerde partij wordt verhuurd of verpacht tegen een niet-marktconforme prijs. Alleen als zogenoemde gelieerde partijen marktconform handelen, blijft toepassing mogelijk.

Auto & mobiliteit

Pseudo-eindheffing fossiele leaseauto

Vanaf 1 januari 2027 wordt een pseudo-eindheffing ingevoerd voor werkgevers die, mede voor privégebruik, een fossiele personenauto ter beschikking stellen aan werknemers. De pseudoeindheffing bedraagt 12% van de cataloguswaarde voor personenauto's tot 25 jaar. Voor oudere auto's wordt uitgegaan van de waarde economisch verkeer. Vóór reeds voor 2027 ter beschikking gestelde voertuigen geldt overgangsrecht tot 17 september 2030. Bestelauto's en motorrijwielen zijn uitgesloten van de heffing. Voorts is de heffing enkel van toepassing bij een (fictieve) werkgeverwerknemer relatie.

Emissievrije bijzondere auto's en motoren

Voor emissievrije (o.a. elektrische) bijzondere personenauto's, zoals kampeerauto's en rolstoelvoertuigen, en voor emissievrije motorrijwielen wordt de bpm tot en met 2030 aangepast. Zij krijgen een vast tarief, net als reguliere emissievrije personenauto's. Het bedrag bedraagt € 667 voor de bijzondere personenauto's en € 200 voor de motorrijwielen. Daarmee wordt de eerdere, onbedoelde, lastenverzwaring gecorrigeerd en blijft de stimulans voor emissievrije mobiliteit behouden.

Autonome vergroening bpm

De bpm-tarieven worden aangepast aan de zogeheten autonome vergroening: nieuwe auto's stoten elk jaar wat minder CO2 uit. Om de belastingopbrengst stabiel te houden, gaan de CO2-grenzen omlaag en de tarieven omhoog (2026: -1,55%/+1,57%, 2027: -1,46%/+1,48%, 2028: -1,38%/+1,40%). Zo blijft de gemiddelde bpm per auto gelijk, blijft de fiscale prikkel tot schonere auto's behouden en is er meer duidelijkheid en voorspelbaarheid voor de sector voor de komende jaren.

Tariefkorting mrb emissievrije auto's

Er gaat een tariefkorting gelden van 30% op de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor emissievrije personenauto's (EV) en kampeerauto's (van 2026 tot en met 2028, daarna bedraagt de korting 25%). Deze korting compenseert voor het hogere gewicht door de accu en voorkomt dat emissievrije auto's duurder uitvallen dan vergelijkbare benzineauto's. Zo blijft de groei van elektrische auto's in het Nederlandse wagenpark op peil en wordt de klimaatdoelstelling blijvend ondersteund. Voor emissievrije bestelauto's geldt de korting niet. Provincies worden volledig gecompenseerd voor gederfde opcenten.

Verlengen verlaagde accijnstarieven brandstoffen

De per 2022 ingevoerde accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG wordt opnieuw verlengd. De tarieven blijven gelijk aan die van 1 juli 2023 en worden dus weer niet geïndexeerd. Hierdoor blijft autorijden tijdelijk goedkoper. Deze maatregel kost alle belastingbetalers ruim € 1,7 miljard. De verwachting is dat de korting grotendeels wordt doorberekend aan de consument. Het voordeel komt daardoor vooral terecht bij 'veelrijders', terwijl huishoudens zonder auto geen voordeel ervaren. De tarieven blijven wel boven de EU-minimumniveaus.

Verbeteringen bijtelling nulemissieauto

Met het vervallen van de verlaagde bijtelling voor IB-ondernemers en werknemers met een nulemissieauto van de zaak, worden enkele technische aanpassingen doorgevoerd. Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de fiscale wetgeving aansluit bij het vervallen van de korting op de bijtelling voor auto's die geen CO2 uitstoten. Er geldt voortaan één bijtellingstarief van 22%. Voor nulemissieauto's met datum eerste toelating in 2025 geldt nog 60 maanden 17% bijtelling voor de volledige waarde van waterstof-/zonnecelauto's of tot € 30.000 cataloguswaarde voor overige auto's.

To view the full pdf, click here.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.

Mondaq uses cookies on this website. By using our website you agree to our use of cookies as set out in our Privacy Policy.

Learn More